Over het gilde

In het begin van de middeleeuwen werden  er gilden opgericht. Een gilde was een vereniging van mensen. De leden van een gilde, de gildebroeders, hadden een gezamenlijke doel; ze hadden hetzelfde beroep, ze waren betrokken bij de Kerk en zorgden voor de sociaal zwakkere mensen. Om lid te zijn, moesten ze een soort contributie betalen. De gilden waren ook aanwezig bij feesten in de stad. Eén keer per jaar werd het (overgebleven) geld opgemaakt. Dat noemde men ‘de pot verteren’.

De naam  gildebroeder duidt op broederschap: elkaar helpen en bijstaan. De gilden kunnen worden onderverdeeld in drie hoofdgroepen: de gilden ten dienste van de Kerk,  de schut(ters)- of weerbaarheidsgilden en de ambachtsgilden.